Instructie -ng woorden
Er zijn 20 woorden met -ng. Het zijn de net-als-woorden slang. Om deze woorden makkelijk te herkennen is er een rijmpje:Bang voor de slang?
Ng, wat klinkt dat raar.
De n en de g horen bij elkaar.
De slang
'Kijk,' zegt Wendel, 'ik heb een slang.' Stan gilt en rent weg. Wendel rent achter hem aan met de slang. 'Nee nee, Wendel. Ga weg! Veel te eng!' 'Hij is niet echt!' roept Wendel. Stan blijft staan. 'Niet echt?' 'Nee, het is een nepslang. Kom maar.' Langzaam komt Stan dichterbij. 'Hij is van rubber,' zegt Wendel. Stan kijkt naar de slang. Hij is nog steeds een beetje bang. De slang lijkt ook zo echt. Hij is groen met gele strepen. Zijn huid lijkt echt de huid van een slang. Zijn bek staat open. Daar hangt een rode tong uit. Echt de tong van een slang.'Daar komt oom barrie aan,' zegt Wendel. Ze wijst naar de hoek van de straat. Stan ziet oom Barrie met zijn paraplu. Altijd heeft hij een paraplu bij zich. Ook als de zon schijnt. Hij is geen echte oom. Hij woont gewoon in de straat. En iedereen noemt hem 'oom Barrie'. 'We gaan hem foppen,' zegt Wendel. Hier Stan, hou jij de staart vast. Dan neem ik de kop. Goed schudden en draaien. Dan lijkt het net echt.'
Daar is oom Barrie al. 'Hee, wat hebben jullie daar?' vraagt hij. 'Een slang,' zegt Stan. 'Een echte!' 'Ja, een echte slang,' zegt Wendel. Oom Barrie schrikt. 'Kijk uit! Pas op! Doe weg dat ding! Straks bijt hij je nog. Misschien is hij wel giftig! Ik tel tot drie en dan gooi je hem weg. Zo ver als je kunt. Eén ... twee ... drie ...' Stan en Wendel gooien de slang weg. Hij ligt op de stoep. Hij beweegt niet meer. Doodstil ligt hij daar. Oom Barrie sluipt naar de slang. Zijn paraplu houdt hij omhoog. Nu is hij vlak bij de slang. Bam! Hij geeft de slang een klap. Met zijn paraplu. 'Goed gedaan, oom!' roept Wendel. Ze loopt naar de slang en pakt hem op. 'Kijk uit,' roept oom Barrie. 'Misschien leeft hij nog!' Wendel lacht. Stan ook. Wendel pakt de kop van de slang. Daar aait ze overheen. 'Wat doe je nou!' gilt oom Barrie. Stan stikt haast van het lachen. 'Gefopt oom, haha. Gefopt! Hij is nep.' 'Oooooh. Hoe durven jullie!' zegt oom Barrie. Hij zwaait met zijn paraplu in de lucht. 'Ik krijg jullie nog wel!'
De luisterweg
De dik gedrukte woorden zijn de -ng woorden die we gaan leren. Om dit makkelijk te onthouden gebruiken we de luisterweg:1. Ik luister naar het woord.
Ik hoor /slang/.
2. Ik zeg het woord na.
Ik zeg /s/l/a/ng/.
3. Ik luister naar de klanken.
Ik hoor de /ng/.
4. Ik bedenk de letters die erbij horen.
Ik weet hoe ik de /ng/ moet schrijven.
5. Ik zeg de klanken zacht mee terwijl ik schrijf.
Ik zeg /s/l/a/ng/ en schrijf s-l-a-ng.
6. Ik controleer het woord.
Ik lees nu slang. Ja, het klopt, slang met ng.