dinsdag 28 januari 2014

De -ch en -cht woorden

Instructie -ch en -cht woorden

Bij de -ch en -cht woorden is het moeilijk te horen of je het met g of ch schrijft. Je hoort geen verschil bij de g of ch woorden. De ch woorden zijn weetwoorden. Je leert en onthoud dat je deze woorden altijd met ch schrijft. Lees maar mee met het verhaal.


Een brief in de lucht.

Wendel loopt van school naar huis. De weg is niet recht. Er zit een bocht in. En bij die bocht staat Max. Hij wacht Wendel op. 'Wendel,' zegt hij zacht. 'Ja, wat is er, Max?' 'Ik wil je iets vragen,' zegt Max. 'Vraag maar,' zegt Wendel. 'Wil je met me gaan?' vraagt Max. 'Nee,' zegt Wendel. 'Maar ik ben op je,' zegt Max. 'Dan heb je pech,' zegt Wendel. 'Maar mijn vader is piloot,' zegt Max. 'Hij heeft een echt vliegtuig. We kunnen een tocht gaan maken. Jij en ik samen door de lucht.' 'Nee Max,' zegt Wendel. 'Je hebt echt pech. Ik ga met Floor naar het strand.' Max zucht. 'Jammer.'

Wendel ligt op het strand. Ze ligt op haar buik en heeft haar ogen dicht. Floor ligt op haar rug. Ze kijkt naar de  lucht. In de verte klinkt geluid. Het klnkt eerst zacht. Het wordt steeds harder. Er komt een vliegtuig aan. Het sleept een lang lint door de lucht. Op het lint staan letters. Floor lees wat er staat. 'Wendel, wil je met me gaan?' Dat staat er. Het is een brief in de lucht. Floor lacht: 'Kijk nou, Wendel, daar hoog in de lucht!' Wendel draait zich om. Ze zet haar zonnebril op. Het licht is veel te fel. Wendel kijkt naar het lint en leest de zin. 'Wendel, wil je met me gaan?' 'Ach, die malle Max,' zegt Wendel. 'Wat is dat toch een uitslover.' 'Ja, zegt Floor. 'Hij stelt zich wel aan.' Wendel staat op. Ze loopt naar de zee. Daar is het zand hard. Ze schrijft iets in het zand. Grote letters. Letters die Max kan lezen. 'Nee Max,' schrijft Wendel. 'Je hebt pech!' Daarna loopt ze terug naar Floor. Ze liggen weer in het zand. Wendel ligt op haar buik. Floor ligt op haar rug. Ze horen het geluid. Het wordt steeds zachter. En dan is het weg.


De weetweg


1. Ik luister naar het woord.              
Ik hoor /peg/.

2. Ik herken er een weetklank in.                 
Ik hoor de weetklank /ggg/.

3. Ik weet welke letter(s) erbij horen.            
Het woord pech moet met ch.

4. Ik schrijf het woord op.
Ik schrijf p-e-ch op.

5. Ik controleer het woord.
Het klopt: pech, met ch

De regelweg

Bij andere woorden met cht uit het verhaal kun je gebruik maken van de regelweg.

Hoor je na een korte klank de /ggg/? Dan schrijf je cht.

Behalve in: hij ligt, hij legt, hij zegt.