woensdag 8 januari 2014

De sch/schr- woorden

Instructie sch/schr- woorden

Bij de sch/schr- woorden is het soms lastig te horen als je een g of ch schrijft. Om dit makkelijk te kunnen onthouden denk je aan deze zin: Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je het met ch en nooit met g!
Om alle woorden goed te onthouden, staan ze in het sch/schr- verhaal. Lees maar mee! 

 

De school is jarig

De school is jarig. De school wordt zestig jaar. Net zo oud als opa. En vanavond is er een groot feest. 't Is nog middag. Buiten schijnt de zon. De klassen worden versierd. Juf Els heeft een schaar in haar hand. Daarmee knipt ze slingers. Juf Tanja schenkt koffie en cola in. Er valt een beker om. Die valt op haar schoen.
Meester Jan schrijft op een bord 'Welkom'. Hij schroeft het bord boven de deur. Op school zijn vaders, moeders en kinderen. Ze bakken pannenkoeken. Die zijn voor het feest van vanavond. Stan en Wendel zijn er ook. Stan heeft een wit schort voor. Wendel heeft een witte muts op. De muts staat scheef op haar hoofd. 'Wat is jouw muts mooi,' zegt Stan. Een moeder weegt meel op de weegschaal. Wendel roert in een schaal met witte prut. Daarvan gaan ze pannenkoeken bakken. Stan schept witte prut in een grote lepel. Hij houdt de lepel boven de koekenpan. De prut gaat in de pan. Het spettert en spat. In de pan van Wendel ligt al een pannenkoek.
'Mijn pannenkoek is aan één kant al bruin,' zegt Wendel. 'Zal ik hem omdraaien? Maar hoe moet dat?' 'Ik weet het,' zegt Stan. 'Papa schuift altijd met de pan heen en weer. Dan gooit hij de pannenkoek in de lucht. En vangt hem met de pan weer op.' Wendel schuift al met de pan Juf ziet wat er gebeurt. Ze rent naar Wendel en roept: 'Stop!' Maar het is al laat. De pannenkoek vliegt door de lucht. Flats. De pannenkoek valt. Boven op het hoofd van juf. Nu heeft juf ook een muts. De muts van juf staat ook scheef. Net als de muts van Wendel. Is de muts van juf ook zo mooi? Nee,hij is niet mooi. Maar wel lekker!

De luisterweg

De dik gedrukte woorden zijn de sch/schr- woorden die we gaan leren. Om dit makkelijk te onthouden gebruiken we de luisterweg:
 
1. Ik luister naar het woord.             
Ik hoor /sgaap/.

2. Ik zeg het woord na.           
Ik zeg /s/g/aa/p/. 

3. Ik luister naar de klanken.         
Ik hoor na de s een /g/-klank.

4. Ik bedenk de letters die erbij horen.
Ik weet dat ik de /g/-klank na een s moet schrijven als ch.

5. Ik zeg de klanken zacht mee terwijl ik schrijf.
Ik schrijf s-ch-aa-p.

6. Ik controleer het woord.
Ik lees nu schaap. Het klopt, schaap met sch.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten